Hij stond tot zijn knieën in het water en keek vanuit de zee hoe zijn collega ruziede met een toeriste, die zich verzette tegen de manier waarop zij, vissers, al honderden jaren hun vangst verwerkten. Bruut? Wat nou, bruut? De grote vis was bij de eerste klap al zover heen dat hij de andere slagen al helemaal niet meer voelde. Als je echt brute dingen wilde zien dan moest je bij de natuur zelf zijn. Neem bijvoorbeeld een pelikaan of een andere watervogel die van vis leeft. De vis wordt gegrepen en glijdt onaangetast de vogelmaag binnen. Daar blijft hij spartelen tot de maagsappen hem zover hebben verteerd dat hij na een urenlange, pijnvolle kwelling het leven laat. Dat was pas bruut. Ondertussen verwijderde de visser, zonder te kijken, de ingewanden van de nog levende blauwe vis, die hij in zijn hand hield. Het visafval dobberde rond zijn benen.
Chinees
De zeeschildpad kwam nog iets dichterbij. Ze was zich terdege bewust van het gevaar, maar de geserveerde lunch vormde een te grote verleiding. De visser zag de schildpad naderen en probeerde haar te lokken met de vitale delen van zijn buit. Beiden namen de grootste terughoudendheid in acht toen zij uit zijn hand at. Hij riep naar het strand: “Tortuga!” De andere vissers keken op. Dit zou een leuk schouwspel worden. Hoewel de schildpad mondiaal werd beschermd en er aan het begin van dit strand hoge boetes in het vooruitzicht werden gesteld, wist iedereen hoe gering de pakkans was. Een beetje schildpad leverde zomaar vierhonderd gulden op bij de lokale Chinees. Heel wat meer dan de morene, die op dit moment door zijn vriend op land werd gefileerd.
Leguaan
De schildpad stond een gruwelijke dood te wachten, zoveel leek zeker. Interventie door een makamba zou het voor ieder volgend slachtoffer alleen maar nog afgrijselijker maken. De geschiedenis had dit vrij recent nog bewezen. Jongeren stenigden een leguaan, die via de rotsen probeerde te ontkomen. Door een voltreffer belande het dier in zee. Als slechte zwemmer was hij een makkelijke prooi voor de uitzinnige Antillianen, die hem prompt de nek omdraaiden en klaarmaakten voor de barbecue. De Nederlander, die hiertegen in het geweer kwam, werd faliekant uitgelachen en -gescholden. De volgende leguanenprooi werd levend en wel de poten uitgedraaid, waarna hij ombeurten als een tulband rond de hoofden van zijn martelaren werd gedragen. Natuurlijk onder de ogen van die bemoeizieke makamba.
Uit de hand
“Turtle, schildpad!” Pas nu begrepen ook de toeristen wat er aan de hand was. Ze stonden vol verwondering te kijken hoe de visser heel voorzichtig het grote dier uit zijn hand liet eten. Zou het dan toch de goede kant opgaan?