Toen het in 1992 wettelijk werd toegestaan dat naast de landelijke zenders ook de regionale omroepen reclameboodschappen gingen uitzenden, was ik er als de kippen bij.
De eerste echte radiospot die RTV Oost uitzond, was door mij geproduceerd voor een handelaar in tuinhout uit Losser. Het begon met de eerste helft van het instrumentale soundlogo, waarvan ik overigens toen nog niet wist dat het zo heette. Daarna liet ik de groove doorlopen onder de gesproken tekst, die ik ook zelf had samengesteld. Afgesloten werd met het volledige soundlogo. Dit keer meerstemmig gezongen. “Kühlkamp, Kühlkamp, voor tuinhout van de bovenste plank.” Kühlkamp had geen slogan, dus die bedacht ik er ook maar zelf bij.
“Wat moet dat kosten dan?”
Ik had geen flauw idee en was in al m’n onervarenheid zelfs niet eens op de vraag voorbereid. Ik zou een offerte uitbrengen. Dat gaf tenminste wat bedenktijd.
Destijds waren er, volgens mijn criteria van rechtvaardigheid, maar twee manieren om een eerlijke prijs te bepalen. De eerste noem ik nu marktconform. Toen koos ik nog gewoon dezelfde of een iets lagere prijs als de concurrent. Afgezien van een handvol radiopiraten, die een bedrijfsnaam door een plaatje heen riepen, was er nog geen concurrent. Optie één viel dus af. De andere mogelijkheid was om een prijs te bepalen volgens het principe van de kostprijsberekening. Ik had zelf nog geen studio en Ben Lansink in Goor vroeg dacht ik ƒ 500,—. Dat was het makkelijke begin van de optelsom. Het muziekje was in een paar uurtjes gemaakt. Net als de tekst. Ook vrij eenvoudig dus. Geen moment stond ik erbij stil dat ik een kunstje kon, dat niet door iedereen werd beheerst.
Met de prijsstelling voor de slogan had ik iets meer moeite. “Tuinhout van de bovenste plank” vond ikzelf nog wel een aardige en vooral passende woordspeling. Voor het bedenken had ik nog geen 15 seconden nodig gehad, dus met mijn uurtarief – als ik dat al had – kwam het neer op weggeven. Dat heb ik inderdaad overwogen. Tot een kennis mij van mijn ongelijk wist te overtuigen. De slogan, daar moest ik mijn winst uit gaan halen. Ik verzamelde al mijn moed en vroeg, met een lichte hapering in mijn stem, maar liefst 250 gulden. Dat vond meneer Kühlkamp toch wel een beetje veel voor iets wat hij misschien zelf ook wel had kunnen bedenken. Maar hij had het niet bedacht, dus betaalde hij rond de duizend gulden voor de hele commercial en heeft er vele jaren plezier van gehad. En van de slogan nog veel langer.