“Ruik je ’m? De Isla.” Pim zei het bijna op zo’n toon waardoor wij dachten dat we ervan moesten genieten. Als in: “Snuif de geur op van het eiland.” Wij deden ons best.
Pim was de makelaar met wie wij een aantal huizen bezichtigden op Curaçao. Het ligt dan ook het meest voor de hand om te denken dat je je koopwaar en alles daaromheen zoveel mogelijk aanprijst. We hadden al op veel plekken de geur van het eiland zeer bewust opgesnoven. De planten en bomen, de zee en zelfs de aarde, maar hier ontging ons blijkbaar iets. Wel bespeurden we een lichte walm van stookolie, maar daar zou Pim toch niet op doelen? Bij de volgende woning deed Pim er nog een schepje bovenop: “Nou ruik je ’m niet zo, maar over het algemeen ruik je hier de Isla nog sterker.” Jammer dat het vandaag kennelijk een wat mindere dag is. De geur van het eiland is natuurlijk mooi meegenomen, maar om er nu zó’n item van te maken. Bij de derde en laatste bezichtiging van die dag wist Pim ons te vertellen dat we hier aan de goede kant van de Isla zaten; hier had je geen last van overlast. Nog steeds zouden we kunnen denken dat hij met de Isla het eiland bedoelde, maar nu begon ons toch eindelijk een olielampje te branden.
Pim had het over de raffinaderij. Honderd jaar geleden gebouwd door Shell en sinds 1985 in handen van Venezuela. Dat land profiteert met volle teugen van de lusten die het voor een appel en een ei is geboden en bekommert zich geenszins om de lasten en verantwoording die een dergelijke fabriek normaliter met zich meebrengt. Het heeft nooit de noodzaak van onderhoud of vernieuwing ingezien en lapt alle milieuverordeningen lachend aan haar laars. Aan de fabriek is al een halve eeuw geen noemenswaardig onderhoud gepleegd. De uitstoot is over een deel van het eiland meer dan verschrikkelijk. Op sterrenklare nachten wordt het enige wolkendek geproduceerd door de schoorstenen van Isla. De Curaçaose regering deelt wel voorzichtige waarschuwingen uit, maar de Venezolaanse exploitant is oppermachtig. Trekt hij de stekker eruit, dan kampt het land Curaçao op slag met een groot en wellicht zelfs onoverkomelijk werkeloosheidsprobleem. Dus moppert iedereen angstvallig alleen maar binnensmonds en hoopt stilletjes dat Shell de hele handel misschien wel weer gaat terugkopen. Iedereen? Nee niet iedereen. Vanuit Julianadorp ontstaat er druk op de overheid om een onderzoek in te stellen naar de volksgezondheid. Nu al. Men vermoedt daar een verhoogd aantal gevallen van longziekten. De regering wil er nog niet aan. Dat terwijl de gemiddelde vakantieganger echt geen veertien dagen nodig heeft om op z’n minst argwaan te krijgen. Als je ’s morgens de slaapkamerdeur van je appartement aan het paradijselijke Blauw Baai openzwaait, word je bevangen door een beklemmende walm. Dan ruik je ’m, de Isla.
Geurproblemen zijn er op alle niveaus. In de blog van volgende week schrijf ik over luchtverontreiniging op grote hoogte. Een soort vervuiling die velen van ons al eens aan den lijve hebben moeten ondervinden. Abonneer je op dit blog om het niet te missen.